Pensioenvragen in de praktijk: aansluiting bij een aanvullend pensioenplan

 7 februari 2024 | Blog

In deze serie van blogs beantwoordt Heleen Franco, pensioenrechtspecialist bij AKD, pensioenrechtelijke vragen die zij in de praktijk regelmatig tegenkomt.

Ik ben vergeten om mijn werknemer aan te sluiten bij een aanvullend pensioenplan: wat nu?

Het gebeurt af en toe dat werkgevers in een arbeidsovereenkomst of aanbodbrief de belofte maken om een werknemer aan te sluiten bij een aanvullend pensioenplan, maar uiteindelijk deze belofte niet (kunnen) nakomen. Ook komt het soms voor dat een werknemer valt onder het toepassingsgebied van een aanvullend pensioenplan, maar een werkgever is vergeten om die werknemer aan te sluiten. Wanneer dit aan het licht komt (veelal bij uitdiensttreding en/of pensionering van de werknemer) stelt de vraag zich wat een werkgever moet doen. Geldt dan het principe ‘belofte maakt schuld’ of heeft een werkgever nog andere opties?

Recente rechtspraak bevestigt het principe ‘belofte maakt schuld’

Wanneer een werkgever zijn belofte om een pensioenplan in te voeren of om de werknemer aan te sluiten bij een bestaand pensioenplan niet nakomt, oordeelt de recente rechtspraak veelal dat de werkgever een fout heeft gemaakt. De werkgever wordt dan dikwijls veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding. Deze schadevergoeding kan gelijk zijn aan:

  • De premies die de werkgever voor de betrokken werknemer had moeten storten in het aanvullend pensioenplan tijdens de tewerkstelling (bij een plan van het type ‘vaste bijdragen’); of
  • Het beloofde (geactualiseerde) pensioenkapitaal (bij een pensioenplan van het type vaste prestaties).

Om aanspraak te kunnen maken op een schadevergoeding, vereist de rechtspraak wel dat een werknemer kan bewijzen dat de werkgever de belofte heeft gedaan om de werknemer aan te sluiten bij een aanvullend pensioenplan (bv. via een clausule in de arbeidsovereenkomst of aanbodbrief).

Andere opties

Werkgevers die vaststellen dat zij een pensioenbelofte niet zijn nagekomen, willen doorgaans hun fout rechtzetten om een gerechtelijke procedure te vermijden. Dat kan op een aantal manieren:

  • Allereerst kan de werkgever de werknemer alsnog aansluiten bij een bestaand aanvullend pensioenplan of een nieuw aanvullend pensioenplan invoeren. De werkgever zal dan retroactief premies moeten betalen voor de werknemer in kwestie in dit aanvullend pensioenplan. Dat kan echter enkel indien de werknemer zijn (wettelijk) pensioen nog niet opgenomen heeft.
  • Voorts zou de werkgever ook kunnen beslissen om een equivalente premie aan de werknemer in cash te betalen. In ruil daarvoor doet de werknemer dan afstand van enige vordering tegen de werkgever wegens de niet-nagekomen pensioenbelofte. Deze premie zou bijvoorbeeld kunnen overeenstemmen met de werkgeverbijdragen die de werkgever had moeten storten in een aanvullend pensioenplan.

Deze premie in cash zal evenwel onderworpen zijn aan normale belastingen en sociale zekerheidsbijdragen. Het gunstige (para)fiscaal regime dat van toepassing is op pensioenpremies zal hier met andere woorden niet gelden. Hierdoor zal het nettobedrag dat de werknemer krijgt lager zijn dan wanneer hij zou aangesloten worden bij een echt pensioenplan. Of dit betekent dat de werkgever het nettoverschil moet compenseren, zal in de praktijk afhangen van de belofte die aan de werknemer werd gedaan. Indien de werknemer (rechtsreeks of onrechtstreeks) geen nettokapitaal werd beloofd, besluit de rechtspraak vaak dat de werknemer geen recht heeft op een bijkomende vergoeding omwille van de minder gunstige (para)fiscale behandeling van deze betaling.

Bij AKD hebben wij ruime ervaring in het bijstaan van cliënten met pensioenrechtelijke kwesties. Bij vragen, neem gerust contact op met ons.

In deze serie van blogs beantwoordt Heleen Franco, pensioenrechtspecialist bij AKD, pensioenrechtelijke vragen die zij in de praktijk regelmatig tegenkomt.

Ik ben vergeten om mijn werknemer aan te sluiten bij een aanvullend pensioenplan: wat nu?

Het gebeurt af en toe dat werkgevers in een arbeidsovereenkomst of aanbodbrief de belofte maken om een werknemer aan te sluiten bij een aanvullend pensioenplan, maar uiteindelijk deze belofte niet (kunnen) nakomen. Ook komt het soms voor dat een werknemer valt onder het toepassingsgebied van een aanvullend pensioenplan, maar een werkgever is vergeten om die werknemer aan te sluiten. Wanneer dit aan het licht komt (veelal bij uitdiensttreding en/of pensionering van de werknemer) stelt de vraag zich wat een werkgever moet doen. Geldt dan het principe ‘belofte maakt schuld’ of heeft een werkgever nog andere opties?

Recente rechtspraak bevestigt het principe ‘belofte maakt schuld’

Wanneer een werkgever zijn belofte om een pensioenplan in te voeren of om de werknemer aan te sluiten bij een bestaand pensioenplan niet nakomt, oordeelt de recente rechtspraak veelal dat de werkgever een fout heeft gemaakt. De werkgever wordt dan dikwijls veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding. Deze schadevergoeding kan gelijk zijn aan:

  • De premies die de werkgever voor de betrokken werknemer had moeten storten in het aanvullend pensioenplan tijdens de tewerkstelling (bij een plan van het type ‘vaste bijdragen’); of
  • Het beloofde (geactualiseerde) pensioenkapitaal (bij een pensioenplan van het type vaste prestaties).

Om aanspraak te kunnen maken op een schadevergoeding, vereist de rechtspraak wel dat een werknemer kan bewijzen dat de werkgever de belofte heeft gedaan om de werknemer aan te sluiten bij een aanvullend pensioenplan (bv. via een clausule in de arbeidsovereenkomst of aanbodbrief).

Andere opties

Werkgevers die vaststellen dat zij een pensioenbelofte niet zijn nagekomen, willen doorgaans hun fout rechtzetten om een gerechtelijke procedure te vermijden. Dat kan op een aantal manieren:

  • Allereerst kan de werkgever de werknemer alsnog aansluiten bij een bestaand aanvullend pensioenplan of een nieuw aanvullend pensioenplan invoeren. De werkgever zal dan retroactief premies moeten betalen voor de werknemer in kwestie in dit aanvullend pensioenplan. Dat kan echter enkel indien de werknemer zijn (wettelijk) pensioen nog niet opgenomen heeft.
  • Voorts zou de werkgever ook kunnen beslissen om een equivalente premie aan de werknemer in cash te betalen. In ruil daarvoor doet de werknemer dan afstand van enige vordering tegen de werkgever wegens de niet-nagekomen pensioenbelofte. Deze premie zou bijvoorbeeld kunnen overeenstemmen met de werkgeverbijdragen die de werkgever had moeten storten in een aanvullend pensioenplan.

Deze premie in cash zal evenwel onderworpen zijn aan normale belastingen en sociale zekerheidsbijdragen. Het gunstige (para)fiscaal regime dat van toepassing is op pensioenpremies zal hier met andere woorden niet gelden. Hierdoor zal het nettobedrag dat de werknemer krijgt lager zijn dan wanneer hij zou aangesloten worden bij een echt pensioenplan. Of dit betekent dat de werkgever het nettoverschil moet compenseren, zal in de praktijk afhangen van de belofte die aan de werknemer werd gedaan. Indien de werknemer (rechtsreeks of onrechtstreeks) geen nettokapitaal werd beloofd, besluit de rechtspraak vaak dat de werknemer geen recht heeft op een bijkomende vergoeding omwille van de minder gunstige (para)fiscale behandeling van deze betaling.

Bij AKD hebben wij ruime ervaring in het bijstaan van cliënten met pensioenrechtelijke kwesties. Bij vragen, neem gerust contact op met ons.