Hoe wordt zorgverlening aan Oekraïense vluchtelingen vergoed?

 25 april 2022 | Blog

Op 18 maart 2022 schreven wij dit blog voor Zorgvisie over de vergoeding van zorgverlening aan Oekraïense vluchtelingen. Graag melden wij dat er sindsdien wijzigingen hebben plaatsgevonden in de subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden. Deze subsidieregeling is van toepassing op Oekraïense vluchtelingen die geen asiel aangevraagd hebben, maar op grond van het Associatieverdrag en de Richtlijn tijdelijke bescherming rechtmatig in Nederland verblijven. Het gaat om een drietal wijzigingen:

  • In de eerste plaats is de verplichting voor zorgaanbieders om eerst te controleren of de zorgaanbieder de kosten op de patiënt kan verhalen vervallen;
  • In de tweede plaats is ook de verplichting vervallen om eerst verhaal (proberen) te halen op andere, al dan niet wettelijke, verzekeringen van de patiënt;
  • Een belangrijke derde wijziging is dat zorgaanbieders niet meer verplicht zijn binnen zeven kalenderdagen na de start van de zorgverlening het verlenen van de zorg aan de lokale GGD te melden. Zorgaanbieders moeten in plaats daarvan ‘zo spoedig mogelijk’ melden, waarbij als richtlijn een termijn van 30 kalenderdagen geldt. Als de zorgaanbieder in voorkomende gevallen de zorgverlening later meldt dan zal dat niet leiden tot een afwijzing van de subsidie, aldus de toelichting bij de subsidieregeling.

Het is nieuw dat de subsidieregeling bepaalt welke gegevens de zorgaanbieder bij de melding moet vermelden. Het gaat om een ‘minimale gegevensset’ en omvat alleen de nationaliteit, initialen, geboortejaar of leeftijd en geslacht en – indien beschikbaar – het burgerservicenummer. Ook is het mogelijk geworden om de subsidievraag digitaal in te dienen.

De wijzigingen werken terug tot 1 maart 2022. De minister heeft daarbij aangegeven dat eind 2022 zal worden bezien of de vereenvoudigingen in de gegevensset en de langere meldtermijn gecontinueerd worden. Met de wijziging van de subsidieregeling is vergoeding van geleverde zorg aan Oekraïense vluchtelingen dus vereenvoudigd. Wij plaatsen daarbij echter de kanttekening dat bovenstaande route niet voor alle Oekraïense vluchtelingen (meer) zal gelden. Dat zit als volgt.

Oekraïners mogen op grond van het Associatieverdrag maximaal 90 dagen visumvrij in Nederland blijven. Op grond van de Richtlijn tijdelijke bescherming mogen zij echter langer in Nederland blijven. Daarvoor moeten de vluchtelingen zich bij de gemeentelijke opvang – en dus niet in Ter Apel – laten inschrijven in de Basis Registratie Personen (‘BRP’). Daarna volgt een vereenvoudigd proces van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (‘IND’), waarbij vluchtelingen een asielaanvraag ondertekenen en een bewijs krijgen dat zij hier mogen verblijven en werken.

Met de inschrijving in de BRP is de vluchteling automatisch bekend bij de IND. De huidige planning van de IND is dat vanaf half mei mobiele teams van de IND het asielaanvraagproces van de Oekraïense vluchtelingen zullen afronden. Voor zorgaanbieders is van belang dat vanaf het moment van de asielaanvraag, de vluchteling niet langer onder de subsidieregeling valt maar onder de Regeling medische zorg asielzoekers. Om deze zorg vergoed te krijgen, is het nodig dat de zorgaanbieder een overeenkomst heeft met het COA via zorgverzekeraar DSW. Tot slot is van belang dat Oekraïners, anders dan andere asielzoekers, mogen werken. Wanneer zij dat doen, zijn zij verzekeringsplichtig en moeten zij een Nederlandse zorgverzekering afsluiten.

Het is goed mogelijk dat de regels de komende weken opnieuw zullen wijzingen. Voor nu kan echter geconcludeerd worden dat zorgaanbieders voor de vergoeding van zorg zullen moeten nagaan of de Oekraïense vluchteling:

  1. onder de subsidieregeling (visumvrij verblijf, geen asielaanvraag);
  2. onder de Regeling medische zorg asielzoekers (asielaanvraag, geen werk en de zorgaanbieder heeft een overeenkomst met het COA); of
  3. onder het ‘reguliere’ Nederlandse zorgverzekeringsstelsel valt (asielaanvraag, werk en daarmee verzekeringsplichtig).

Op 18 maart 2022 schreven wij dit blog voor Zorgvisie over de vergoeding van zorgverlening aan Oekraïense vluchtelingen. Graag melden wij dat er sindsdien wijzigingen hebben plaatsgevonden in de subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden. Deze subsidieregeling is van toepassing op Oekraïense vluchtelingen die geen asiel aangevraagd hebben, maar op grond van het Associatieverdrag en de Richtlijn tijdelijke bescherming rechtmatig in Nederland verblijven. Het gaat om een drietal wijzigingen:

  • In de eerste plaats is de verplichting voor zorgaanbieders om eerst te controleren of de zorgaanbieder de kosten op de patiënt kan verhalen vervallen;
  • In de tweede plaats is ook de verplichting vervallen om eerst verhaal (proberen) te halen op andere, al dan niet wettelijke, verzekeringen van de patiënt;
  • Een belangrijke derde wijziging is dat zorgaanbieders niet meer verplicht zijn binnen zeven kalenderdagen na de start van de zorgverlening het verlenen van de zorg aan de lokale GGD te melden. Zorgaanbieders moeten in plaats daarvan ‘zo spoedig mogelijk’ melden, waarbij als richtlijn een termijn van 30 kalenderdagen geldt. Als de zorgaanbieder in voorkomende gevallen de zorgverlening later meldt dan zal dat niet leiden tot een afwijzing van de subsidie, aldus de toelichting bij de subsidieregeling.

Het is nieuw dat de subsidieregeling bepaalt welke gegevens de zorgaanbieder bij de melding moet vermelden. Het gaat om een ‘minimale gegevensset’ en omvat alleen de nationaliteit, initialen, geboortejaar of leeftijd en geslacht en – indien beschikbaar – het burgerservicenummer. Ook is het mogelijk geworden om de subsidievraag digitaal in te dienen.

De wijzigingen werken terug tot 1 maart 2022. De minister heeft daarbij aangegeven dat eind 2022 zal worden bezien of de vereenvoudigingen in de gegevensset en de langere meldtermijn gecontinueerd worden. Met de wijziging van de subsidieregeling is vergoeding van geleverde zorg aan Oekraïense vluchtelingen dus vereenvoudigd. Wij plaatsen daarbij echter de kanttekening dat bovenstaande route niet voor alle Oekraïense vluchtelingen (meer) zal gelden. Dat zit als volgt.

Oekraïners mogen op grond van het Associatieverdrag maximaal 90 dagen visumvrij in Nederland blijven. Op grond van de Richtlijn tijdelijke bescherming mogen zij echter langer in Nederland blijven. Daarvoor moeten de vluchtelingen zich bij de gemeentelijke opvang – en dus niet in Ter Apel – laten inschrijven in de Basis Registratie Personen (‘BRP’). Daarna volgt een vereenvoudigd proces van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (‘IND’), waarbij vluchtelingen een asielaanvraag ondertekenen en een bewijs krijgen dat zij hier mogen verblijven en werken.

Met de inschrijving in de BRP is de vluchteling automatisch bekend bij de IND. De huidige planning van de IND is dat vanaf half mei mobiele teams van de IND het asielaanvraagproces van de Oekraïense vluchtelingen zullen afronden. Voor zorgaanbieders is van belang dat vanaf het moment van de asielaanvraag, de vluchteling niet langer onder de subsidieregeling valt maar onder de Regeling medische zorg asielzoekers. Om deze zorg vergoed te krijgen, is het nodig dat de zorgaanbieder een overeenkomst heeft met het COA via zorgverzekeraar DSW. Tot slot is van belang dat Oekraïners, anders dan andere asielzoekers, mogen werken. Wanneer zij dat doen, zijn zij verzekeringsplichtig en moeten zij een Nederlandse zorgverzekering afsluiten.

Het is goed mogelijk dat de regels de komende weken opnieuw zullen wijzingen. Voor nu kan echter geconcludeerd worden dat zorgaanbieders voor de vergoeding van zorg zullen moeten nagaan of de Oekraïense vluchteling:

  1. onder de subsidieregeling (visumvrij verblijf, geen asielaanvraag);
  2. onder de Regeling medische zorg asielzoekers (asielaanvraag, geen werk en de zorgaanbieder heeft een overeenkomst met het COA); of
  3. onder het ‘reguliere’ Nederlandse zorgverzekeringsstelsel valt (asielaanvraag, werk en daarmee verzekeringsplichtig).
Gerelateerde expertises