'Hand in hand kameraden’ rechtvaardiging eenzijdig besluit Feyenoord?

23 februari 2021 | Blog

Afgelopen weekend kopte het AD ‘Feyenoord deelt spelers mee dat ze salaris moeten inleveren’. Uit het artikel volgt dat de directie van Feyenoord eenzijdig het besluit heeft genomen om de spelers vier maanden te korten op hun inkomen, nadat zij vorig jaar ook al zes maanden – toen nog vrijwillig – hadden afgezien van een deel van hun salaris. Het besluit van de directie is niet ingegeven door de teleurstellende resultaten van het eerste elftal, waaronder de recente bekeruitschakeling tegen Heerenveen, maar door de slechte(re) financiële situatie waarin de club als gevolg van COVID-19 (verkeert, althans) dreigt te verkeren. Geen woorden, maar daden zijn nodig om de club uit Rotterdam-Zuid door deze moeilijke tijden te loodsen.     

Solidariteit
De leiding van Feyenoord verwacht de fans en sponsors dit seizoen – anders dan vorig seizoen – te moeten compenseren, omdat wedstrijden niet meer kunnen worden bezocht. En dan gaat het potentieel om veel geld. Volgens de directie is er daarom geen andere optie dan dat (ook) de selectie (weer) een financieel offer brengt. Zoals ook het overige personeel van Feyenoord dat al heeft gedaan door salaris, vakantiedagen en bonussen in te leveren. Kennelijk doet de directie bij het door haar genomen besluit om het inkomen van de spelersgroep tijdelijk te verlagen een beroep op het solidariteitsbeginsel, omdat de clubleiding – zo wordt in het artikel gesuggereerd – meent dat het alleen dan kan rekenen op de sympathie en steun van het legioen en de sponsors.  

Rechtvaardiging?
Maar is een beroep op solidariteit wel een legitiem argument voor een werkgever om een eenzijdig besluit tot het korten op salarissen te kunnen rechtvaardigen? De directie van Feyenoord beantwoordt deze vraag bevestigend en heeft een deel al ingehouden op de spelerssalarissen van februari. Maar of dat terecht is, is nog maar zeer de vraag. De Hoge Raad, het hoogste rechtscollege dat ons land kent, heeft een beroep op het solidariteitsbeginsel eind 2019 nog gepasseerd, omdat de werkgever niet kon aantonen dat de continuïteit van zijn onderneming zozeer werd bedreigd dat van de werknemers een loonoffer kon worden gevergd. Of ook de continuïteit van Feyenoord (in die mate) wordt bedreigd, valt te betwijfelen. Al was het maar, omdat recente beslissingen en acties van de clubleiding – zoals het voor de tweede helft van dit seizoen huren van de Argentijnse spits Lucas Pratto en het benaderen van de huidige AZ-rechtsback Jonas Svensson om na dit seizoen over te stappen – anders niet te verklaren zijn. En dan laat ik nog buiten beschouwing dat trouwe fans en sponsors de club van rood en wit niet snel de rug zullen toekeren, juist niet in tijden van financiële en sportieve tegenspoed.  

Hand in hand kameraden
In een groep van spelers waarvan de financiële belangen en perspectieven – om uiteenlopende en begrijpelijke redenen – divers zijn, zal de berichtgeving van de directie van Feyenoord geen rust hebben gebracht. En dat in een periode waarin de sportieve prestaties van het eerste elftal alleen dan kunnen worden bevorderd als eensgezindheid overheerst. Het is te hopen dat de directie het niet op een juridische strijd met de spelersgroep laat aankomen. Niet alleen omdat de uitkomst daarvan geen uitgemaakte zaak is, maar – nog belangrijker – omdat ‘Hand in hand kameraden’ dan niet meer op zo’n manier in De Kuip zal doorklinken zoals velen in ons land dit graag beleven.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, neem dan contact op met Pieter Huys.

Meld u aan voor onze nieuwsbrieven