Afschaffing van de fusietoets in het funderend onderwijs

 17 juli 2018 | Blog

Door de huidige leerlingendaling in het onderwijs kan de kwaliteit, de breedte van het onderwijsaanbod en de werkgelegenheid onder druk komen te staan. Een middel om dit te voorkomen is samenwerking van schoolbesturen. Een van de vormen van samenwerking is een fusie. Op dit moment behoeft in een aantal gevallen een fusie van scholen in het funderend (basis- en voortgezet onderwijs) onderwijs goedkeuring van de minister ('fusietoets'). De huidige fusietoets wordt door besturen vaak als gecompliceerd gezien waarbij de uitkomst onzeker is. Dat zorgt er volgens de wetgever voor dat schoolbesturen terughoudend zijn met fuseren, ook in situaties waarin een fusie gewenst of noodzakelijk is.

Het huidige kabinet heeft deze problematiek onderkend. In het regeerakkoord heeft het kabinet afgesproken de fusietoets in het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs (in geval van krimpproblematiek) te willen schrappen. Om de fusietoets af te schaffen is op 29 juni jl. het "Wetsvoorstel afschaffing van de fusietoets in het funderend onderwijs" ter consultatie gepubliceerd. Doel is om meer ruimte te geven aan schoolbesturen om hen zo in staat te stellen het onderwijsaanbod goed vorm te geven.

Op dit moment is geregeld dat voorgenomen fusies kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën:

  • De voorgenomen fusie is niet toetsplichtig;
  • De voorgenomen fusie hoeft alleen een lichte (procedurele) toets te ondergaan (deze wordt door Dienst Uitvoering Onderwijs beoordeeld); of
  • Er is sprake van een inhoudelijke toets van de voorgenomen fusie.

Het Wetsvoorstel stelt voor om alle fusies in het funderend onderwijs onder de lichte toets te laten vallen. De inhoudelijke toets behoeft dan niet meer doorlopen te worden wat de procedure aanzienlijk versnelt en vergemakkelijkt. Voor het mbo en het hoger onderwijs blijft de fusietoets wel van kracht.

Een scholenfusie heeft gevolgen voor veel partijen, zoals de leerlingen, de ouders en het personeel. Het is daarom van belang dat er in geval van een eventuele fusie gesproken wordt over de gevolgen. Om die reden blijft het instemmingsrecht van de medezeggenschap behouden. Voorts geldt voor fusies in het voortgezet onderwijs dat de gebieden waar de leerlingen vandaan komen enige overlap moeten hebben. Ook de fusie-effectrapportage, met advies van de gemeente, blijft behouden. De fusie-effectrapportage geeft inzicht in de motieven, doelen en effecten van de fusie voor de betrokkenen.

Het Wetsvoorstel ligt tot 6 augustus ter consultatie voor. 

Door de huidige leerlingendaling in het onderwijs kan de kwaliteit, de breedte van het onderwijsaanbod en de werkgelegenheid onder druk komen te staan. Een middel om dit te voorkomen is samenwerking van schoolbesturen. Een van de vormen van samenwerking is een fusie. Op dit moment behoeft in een aantal gevallen een fusie van scholen in het funderend (basis- en voortgezet onderwijs) onderwijs goedkeuring van de minister ('fusietoets'). De huidige fusietoets wordt door besturen vaak als gecompliceerd gezien waarbij de uitkomst onzeker is. Dat zorgt er volgens de wetgever voor dat schoolbesturen terughoudend zijn met fuseren, ook in situaties waarin een fusie gewenst of noodzakelijk is.

Het huidige kabinet heeft deze problematiek onderkend. In het regeerakkoord heeft het kabinet afgesproken de fusietoets in het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs (in geval van krimpproblematiek) te willen schrappen. Om de fusietoets af te schaffen is op 29 juni jl. het "Wetsvoorstel afschaffing van de fusietoets in het funderend onderwijs" ter consultatie gepubliceerd. Doel is om meer ruimte te geven aan schoolbesturen om hen zo in staat te stellen het onderwijsaanbod goed vorm te geven.

Op dit moment is geregeld dat voorgenomen fusies kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën:

  • De voorgenomen fusie is niet toetsplichtig;
  • De voorgenomen fusie hoeft alleen een lichte (procedurele) toets te ondergaan (deze wordt door Dienst Uitvoering Onderwijs beoordeeld); of
  • Er is sprake van een inhoudelijke toets van de voorgenomen fusie.

Het Wetsvoorstel stelt voor om alle fusies in het funderend onderwijs onder de lichte toets te laten vallen. De inhoudelijke toets behoeft dan niet meer doorlopen te worden wat de procedure aanzienlijk versnelt en vergemakkelijkt. Voor het mbo en het hoger onderwijs blijft de fusietoets wel van kracht.

Een scholenfusie heeft gevolgen voor veel partijen, zoals de leerlingen, de ouders en het personeel. Het is daarom van belang dat er in geval van een eventuele fusie gesproken wordt over de gevolgen. Om die reden blijft het instemmingsrecht van de medezeggenschap behouden. Voorts geldt voor fusies in het voortgezet onderwijs dat de gebieden waar de leerlingen vandaan komen enige overlap moeten hebben. Ook de fusie-effectrapportage, met advies van de gemeente, blijft behouden. De fusie-effectrapportage geeft inzicht in de motieven, doelen en effecten van de fusie voor de betrokkenen.

Het Wetsvoorstel ligt tot 6 augustus ter consultatie voor.